Caspe
2015 (part 3) Oktoberhunt naar 2 plus
Sprak ik
eerder van enige negatieve eigenschappen van gidsen, waarbij ik overigens nog
de hilarische we-zijn-de boot-kwijt gidsen vergat te vermelden, zijn er
natuurlijk ook positieve te noemen. Denk daarbij aan gezellige gidsen die niet
zichzelf maar wel de gast op de eerste plaats zetten, samen-voetbal-kijken
gidsen, kookkunst gidsen, geen 9-5 mentaliteit gidsen, vooruitdenkende gidsen
én (misschien wel het belangrijkst) precies-weten-waar-ze-te-halen-zijn gidsen.
Neeehh,
gids zijn valt niet mee. Verplaatst je eens in hun situatie. Jij met je groepje
bent slechts een van de velen. Je denkt wel dat je uniek bent, maar vanuit de
gids gezien ben je dat helemaal niet. Na die week ben jij weer weg en klopt een
volgend jolig, dorstig, lawaaierig, amateuristisch 2, 3, 4 of meertal aan,
waarvan de meesten nog nooit groter hebben gevangen dan een brasempje van een
centimeter of 40. En allemaal dezelfde verlanglijst. Een verlanglijst, waar
bovenaan prijkt “ik wil vis en wel zoveel en zo groot mogelijk, liefst nu, in
ieder geval vandaag en morgen weer”. En loopt het even niet, is er geen klik,
vallen de vangsten tegen, is het weer te heet/koud/nat/winderig, of gaat er
iets stuk, allemaal dezelfde vragende blikken en allemaal hetzelfde gezeik. En
dat iedere week weer. Op het internet zijn mooie voorbeelden van mismatches en
ontsporingen te vinden (zelfs bedrijven of vissers met (enige) naam en faam). Soms
zelfs slaande ruzie en/of weggestuurde gidsen. Uit betrouwbare bron vernam ik
dat een gids sprak van een plotselinge overname van een groep waarbij de
vorige, inclusief tussenkomst van de plaatselijke Spaanse politie, was “gesneuveld”.
En dat levert weer allerlei verhalen op het internet op en ik lees ze allemaal.
Vaak beschreven in allerlei visrecensies. En die recensies, geloof me, kunnen
dodelijk zijn. Ik heb inmiddels een paar bedrijven, waar ik overigens nog niet
mee gevist heb, op voorhand en ter voorkoming van een zekere mismatch, al van
mijn lijstje geschrapt.
Ja, en
dan heb je ons. Enige eigenwijsheid is ons niet vreemd. Zeker niet de
makkelijkste groep om te hoeden. Ervaren als we zijn, weten we inmiddels
wel hoe Jantje zijn vinger in de dijk steekt. Probleem is vooral, wáár precies.
Waterstanden fluctueren, zeker in de buurt van Caspe, soms bijten ze juist hier
maar niet daar. Moet je juist wisselen van aassoort of wijze van aasaanbod. Ja,
goede informatie is cruciaal. Je kunt dus wel op eigen houtje gaan vissen, maar
wil je kans maken op meer en grotere vissen en ook nog eens over het juiste
materiaal beschikken en niet alles van het toeval af laten hangen, moét je (misschien wel helaas) eigenlijk
wel een gids hebben. De afgelopen juni-sessie is daar een goed voorbeeld van.
Eerst mager, maar toen, op de juiste plaats waar eerder al goed gevoerd was en
de vissen als het ware getraind zijn door een meester aan de kant, loopt het
ineens wel. Komt nog eens bij dat gidsen, honkvast als ze zijn, juist dat stuk
water op hun duimpje kennen. Verkassen doen ze daarom liever ook niet, tenzij men door
de omstandigheden van b.v. een wel heel lage waterstand of een onverwachtse
overname (de Ebro is van iedereen, alhoewel sommigen daar anders over denken) gedwongen
worden.
Brug bij Caspe |
En op die walkant kent men juist daar de precieze plekjes en kuiltjes, tegenwoordig
zelfs op de meter gps gestuurd. Exact daar zijn al vele honderden kilo’s
brokken geperste heilbot en maïs te water gelaten. Maar ook waar de
onderwater-obstakels zijn, hoe de stroming op de wind reageert (en hoeveel lood
er dan aan de onderlijn geknoopt moet worden), waar de mosselbanken zijn en nog
veel meer, tenminste, als je een goede gids hebt. En dat mag je als gast dan
ook best verlangen, de klant is immers koning. En koning zijn voor een weekje
kost nu eenmaal geld. Sterker nog, laten we daar geen doekjes om winden, zelfs een
hele beste bom duiten. Reken voor een gids met materiaal en accommodatie (is vaak
een all-in gebeuren) tegenwoordig zo’n 5 á 700 euro p.p. per visweek (luxe of
minder luxe accommodatie). Vergeet daarbij vooral niet goed te onderhandelen,
wat vaak een optie is naarmate je een grotere groep hebt en/of je laat
doorschemeren er jaarlijks een terugkerend item van te maken. Nu we het toch
over kosten hebben even een update wat 2015 betreft (ik heb in eerdere blogs
ook al eens over kosten gesproken). Voor de vliegreis, huurauto, benzine,
tolgelden en parkeergeld, de visgids (all-in) zijn we in totaliteit € 960,-
p.p. kwijt. Ben je er dan?
Helaas niet. Het aas is ook een (dure) belangrijke
factor. Kwam je er vroeger nog mee weg door er een paling aan te knopen (en die
ging vaak meerdere keren mee, wat een trauma voor dat beest) of kleine karper,
vis je tegenwoordig bijna alleen nog maar met pellets (heb ze in eerdere blogs al
eens beschreven). De prijs varieert van € 55 tot € 65 per zak en je verbruikt,
als het een beetje loopt, tussen 1/3 en ½ zak per persoon per dag. Reken op zo’n €
20,- p.p. per dag en kom je uit op zo’n € 100,- á € 120 p.p. extra. Wij, met 8
visdagen en heel gericht en zuinig voeren, komen op een kleine € 150 p.p. aan
brokken. Ook is het zo, eigenlijk tegenstrijdig, vang je meer, voer je meer. Dit
omdat bij iedere uitzet gevoerd wordt (en je bij geen aanbeten de hengel zonder tussentijds bijvoeren zo’n 2
uur laat dobberen). Met alvertjes of wormen kan ook, sterker nog, hebben we
best goede resultaten mee behaald, maar dat is schaars, lastig te vangen en ook
duur om te kopen. Totaal zit ik nu op meer dan € 1100,- en daar komen de kosten
voor eten (het blijft jammer dat de Chinees uit Caspe weg is) en drinken nog
overheen (reken voor 4 personen die niet zelf koken zo’n 800 euro) en dat maakt
alles rond op € 1300 a
€ 1400. Wel even sparen dus, als je besloten hebt deze kant op te komen. Dat
sparen is iets wat in onze situatie ook altijd gebeurt. We hebben een
gezamenlijke visrekening geopend, waar vanuit alles wordt betaald, zo ook o.a.
de aanbetaling voor de visgids, vaak zo’n 10% van het totaal, de vliegtickets,
parkeergeld en de benzine, wel zo handig.
En over een
kleine 2 weken is het dan weer zover. Iets waar we, de harde kern van 4,
maanden, toen weken en nu ineens alweer dagen naar uitkijken. Wat vangen we,
breken we records, hoe is de nieuwe gids, hebben we een klik. Ondertussen ben ik
me weer aan het verdiepen in de tegenstander. Meer dan ooit tevoren. Wat en wie
is het. Hoe schuw? Hoe sluw? Hoe leeft hij, hoe denkt hij? Hij, die als
broedsel is begonnen, eerst nog door vaders bewaakt en dan na 2 of 3 jaar een
lengte van omstreeks 50-60 cm
bereikt heeft, als dan nog slanke vis met een gewicht van 1-2 kg .
Na 10 jaar hebben ze een lengte van meer dan 150
cm en pas na 20 jaar van ruim 2 meter met een gewicht
tussen de 40 en 80 kilo .
Dat betekent dat de 2 meter
+ vissen die wij in Caspe en omstreken vangen al meer dan 20 jaar ervaring
hebben. Ervaring, dat als je ergens aan knabbelt je ineens omhoog getrokken
kunt worden. Ervaring, om een draai te maken waarmee je losschiet van de haak. Ervaring,
om direct na een aanbeet terug te zwemmen naar de vertrouwde onderwaterse
boomstronken waar gemakkelijk lijnen verstrikt in kunnen raken. En de grote
jongens hébben ervaring. De oudste populatie in de Ebro stamt uit het begin van
de jaren 70. Zoals in eerdere blogs aangegeven, uitgezet door Duitse
sportvissers. Dat betekent dat de oerpopulatie inmiddels zeker de 250
gepasseerd zou moeten zijn. Misschien lopen enkelen zelfs tegen de 275. Dat zou
toch wat zijn om zo’n knaap tegen te komen…..
Verhouding lengte.leeftijd |
De Po meervallen zijn dus minstens 15 jaar ouder dan de
Spaanse, dus zo’n, 30 a
50 cm
groter. Niet verwonderlijk dat daar momenteel vissen van tegen de 280 worden
gevangen. Is dat de limiet? Nee, zeker niet. De meeste meervallen worden zo’n
20 tot 30 jaar jaar oud met een lengte tussen de 2 en 2 ½ meter en sterven dan
vooral aan bacteriële en/of parasitaire infecties. Sommige exemplaren, de
allersterksten, worden ouder en ouder en groeien ondertussen maar door. De
allergrootste exemplaren, ik durf het bijna niet te zeggen, groeien onder
ideale omstandigheden (en in Spanje zijn de omstandigheden dicht bij ideaal)
uit tot 4 a
5 meter
(niet overdreven!!!). Ik verwacht eerlijk gezegd, zo wijzen de
wetenschappelijke gegevens uit, dat we in Italië binnen 5 jaar boven de 3
zullen komen en in Spanje dan exemplaren zullen aantreffen van tegen de 270.
Camouflageregenpak |
Maar waar
ben ik nu eigenlijk mee bezig. Nog 2 vrienden moeten eerst over de 2 getild
worden en dat gaat ons vast lukken.
Tot slot, alhoewel meervallen slechte ogen hebben en meer op geluid, geur en tast jagen, laat ik niets aan het toeval over. Mij zien ze niet met m'n nieuwe regenpak.....!